divers - tuinkalender

Op deze pagina vindt u, voor elke maand, een verzameling nuttige tuintips. Deze kunnen u vast en zeker helpen bij de verzorging en het onderhoud van uw tuin. Van elke maand zijn alleen de belangrijkste tips voor u opgesomd. Bent u op zoek naar andere informatie of gedetailleerdere informatie, dan kan u ons altijd contacteren.

Januari

Doe niets met uw planten in de tuin als het vriest.

In pot gekweekte tuinplanten kun je in principe het hele jaar door planten, maar doe dat in ieder geval niet als het vriest of als er een vorstperiode is aangekondigd. Ook niet als de grond nog bevroren is. Zorg bovendien dat je de planten in de tuin niet vertrapt. Vooral spelende kinderen kunnen heel gemakkelijk de groeineuzen van overwinterende vaste planten beschadigen. Als het grasveld bevroren is, kun je daar ook beter niet op lopen. Het geeft allemaal schade die pas tijdens het komende groeiseizoen blijkt.

Gebruik strooizand in plaats van zout wanneer je dicht tegen planten moet strooien. Strooizout is slecht voor planten. Als je dat strooit om je glibberige pad te ontdooien, komt het al gauw tussen de bomen, struiken en in de border terecht. En als je de boel daarna aanveegt, veeg je met de sneeuwresten ook het zout tussen je planten. Die kunnen dan last van zoutvergiftiging krijgen. Dat merk je niet meteen. Pas als de planten gaan groeien, wordt het zichtbaar. De groei blijft achter en groen blad wordt geel. Je kunt dan ook veel beter strooizand (gewoon scherpzand of metselzand) gebruiken. Dat werkt net zo goed als zout en het is niet schadelijk voor de planten.

Zwaar sneeuwdek verwijderen : Wanneer het gesneeuwd heeft en er een flink pak ligt op heesters en coniferen kunt u beter wat sneeuw van de takken halen. Door een te zware sneeuwlast kunnen takken afbreken. Een oprit of een klinkerweg sneeuwvrij maken doe je best als volgt : Eerst het zware sneeuwdek verwijderen met de sneeuwschop en een weinig strooizout (of ander dooizout) doet dan wonderen.

Vogels voeren : Maak de voerplekken zo dat de vogels er gemakkelijk bij kunnen en zich veilig voelen. Ze moeten de directe omgeving vanaf die plek goed in de gaten kunnen houden (katten, roofvogels enz..). Zorg dat er geen schuilplaats voor katten op sprongafstand is. Als je droog zaad voert, knoeien de vogels daar vaak erg mee. Als je voerplek dan in de border of op het gazon staat, kunnen daar over een paar maanden plotseling allerlei onverwachte planten uit opschieten. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Een voerplek op het terras of in ieder geval boven een stenig oppervlak is vaak beter. Geef liever geen droog brood. Dat is alleen maagvulling. Er zitten nauwelijks vitaminen in en daar hebben de vogels vooral grote behoefte aan. Die vitaminen gaan ze dan ergens anders moeten halen. Grote kans dat dat over enige tijd de bloemknoppen van Forsythia zijn en de bloemen van vooral gele krokussen. Daar zitten erg veel vitaminen in. Koop vetbollen met zaden en hang die op aan een tak of leg die neerin je voederhuisje. Als je zelf vetbollen wilt maken, gebruik dan nooit oud frituurvet. Daar zitten allerlei zouten in die niet zo gzeond zijn voor de vogels. Allen nieuw vet gebruiken dus. Ook gepelde pinda's en zonnepitten, (koop enkel goede kwaliteit), vinden ze zeer lekker.

Kalken : Januari is de maand waarin je de PH (zuurtegraad) van de grond kan bijsturen. Meestal is deze zuurtegraad niet in orde en kalk strooien verhelpt dat gazons verder dichtgroeien met mos en zorgt dat groenteplantjes zeer weelderig gaan groeien in de lente. Kalk zorgt ervooor dat het bacteriologisch evenwicht in uw grond in orde blijft.

Februari

Spitten : Als het niet vriest, is het nu een goede tijd om compost in de tuin onder te spitten. Het beste is goed verteerde compost, want dit is een prima bodemverbeteraar. Zware grond wordt er luchtiger van waardoor de structuur en doorlaatbaarheid verbeterd. Op lichte en zandgronden zal compost er toe bijdragen dat het voedsel vanwege het hogere humusgehalte in de grond beter wordt vastgehouden. Het omspitten van de grond leidt er tevens toe dat tijdens de vorst de kluiten verkruimelen en de grond een mooie open structuur krijgt.

Verplanten : Als het niet vriest en er ook geen vorst in de grond zit, is dit een prima periode om struiken te planten en te verplanten. Steek heesters die je wilt verplanten rondom los. Zorg dat de kluit voldoende groot is (veel grond rond de wortels). Maak een ruim plantgat op de plek waar je de plant wilt hebben en sleep hem daarheen. Meng lekker veel organisch materiaal (er worden hiervoor specifieke producten verkocht) door de grond in het plantgat en plant de struik even diep in als hij op zijn oude plek stond. Trap de grond rond de wortels goed aan en geef royaal water als de grond wat droog lijkt.

Het gazon : Loop nog zo min mogelijk over het grasveld. De ondergrond kan nog bevroren zijn. De dunne laag daarboven kan door het belopen gemakkelijk verschoven worden en los raken. Hoe fijner het gras, des te voorzichtiger je moet zijn. Als er slechte plekken in het grasveld zitten, kun je die beter nu nog niet herstellen, maar er nog even mee wachten tot maart. In februari mag wel nog kalk gestrooid worden ter verbetering van de PH (zie januari).

Maart

Rozen snoeien : Je struik- en stamrozen moet je tussen 1 maart en 1 april snoeien. Snoei je struikrozen kort, tussen 10 en 30 cm boven de grond.(twee à drie ogen). Gebruik altijd een scherpe snoeischaar die een gladde snede maakt. Haal eerst al het dode hout weg, ook alle iele takjes en snoei dan de stevige, gezonde takken in. Hoe korter je snoeit, des te krachtiger worden de nieuwe scheuten. Aan een goede struik zitten zo’n 7 à 8 sterke takken. Snoei van twee takken die te dicht op elkaar zitten of elkaar kruisen, er ook één weg. Snoei kort boven een naar buiten wijzend oog (een knop). Laat je er een te lange stomp boven zitten, dan sterft die in en dat kan allerlei ziekten veroorzaken. Miniatuurroosjes moet je niet zo kort snoeien, verder is de behandeling hetzelfde. Botanische of heesterrozen moet je niet kort snoeien. Als ze te groot worden, kun je wel wat oude takken bij de grond wegnemen. Bij klim-, treur- en bodembedekkende rozen kun je eventueel nog wat takken inkorten als die te lang worden of verkeerd groeien. Als er veel nieuwe, jonge scheuten vanuit de basis komen, kun je ook daarbij eventueel wat oude takken wegnemen. Heel belangrijk is dat je de takken bij klimrozen gebogen of horizontaal aan de klimsteun vastbindt. Hoe beter horizontaal, des te meer bloeischeuten zullen ze vormen. De meeste stamrozen zijn gewoon struikrozen die op een onderstam zijn geënt. Die kun je bovenin gewoon als struikrozen snoeien. Heeft je stamroos een treurvorm met hangende takken, dan geldt wat ik hierboven over treur-, klim- en bodembedekkende rozen heb vermeld.

Schoon de planten op : Als je de dode bloeistengels en het afgestorven blad nog niet bij de vaste planten hebt weggehaald, kun je dat nu ook doen. Doe wel voorzichtig. Beschadig de jonge groeineuzen die nu uit de grond komen niet. Het dode materiaal kan in de compostcontainer. Heeft u deze winter planten tegen de vorst beschermd dan kunt u dit materiaal nu weghalen. Hebben kuiplanten binnen overwinterd? Dan kunnen ze nu worden verpot. Ze gaan nog niet naar buiten, maar zorg wel voor frisse lucht.

Bemesting van gazon, siertuin en moestuin : Vanaf maart wordt het stilaan het moment voor specifieke bemestingen in gazons toe te passen vb Antimos meststoffen, Start- meststoffen voor het gazon. Ook de siertuin kan nu reeds wat groeistimuli gebruiken voor de nieuwe scheuten sterker te maken. De moestuin verwacht reeds de eerste gedroogde mesten (koemest, paardenmest of een combinatie ervan) alsook de moestuin- (samengestelde al of niet biologische) meststoffen.

April

Onkruid wegschoffelen : Het onkruid blijft opkomen. Onbeplante stukken grond zijn snel bedekt met ongewenst groen, vooral als er op zo’n plek gespit is. Dan komt al het zaad uit de ondergrond ‘aan het licht’, ziet – misschien na jaren wachten – kans om te kiemen en doet dat ook onmiddellijk. In de natuur moet je iedere kans grijpen die je krijgt! Dan wied je je wezenloos, want het gaat maar door. Schoffelen is dan veel makkelijker als het om wat grotere oppervlakken gaat. Een schoffel duw je voor je uit. Het is eigenlijk een dwars aan een steel geplaatst mes en je snijdt er net onder het grondoppervlak de jonge stengels van de onkruidplantjes mee door. Een schoffel moet dus altijd scherp zijn. Daarom moet je er in de buurt van planten extra voorzichtig mee zijn, want die beschadig je er ook mee als je niet uitkijkt. Het afgeschoffelde groen kun je gewoon laten liggen. Dat verdroogt heel snel en is al gauw verdwenen. Schoffelen heeft nog een voordeel. Het losgeschoffelde laagje grond verdroogt ook snel, maar de grond eronder blijft daardoor juist langer vochtig. Hoef je minder te gieten!

Onkruid bestrijden : Je kan onkruid nog op andere manieren te lijf gaan. Je kan antiworteldoek gebruiken om onkruid weg te houden. Deze antiworteldoek kan je nog afdekken met boomschors. Er bestaan verschillende boomschors soorten maar de Franse Maritieme schors is een aanrader omdat deze veel duurzamer is dan de andere soorten. Verder kan je onkruid bestrijden door besproeiing met onkruidbestrijders en ook hier bestaat een waaier van mogelijke producten. Info hierover kan je bij ons, door bekwame vakmensen, bekomen.

Erg veel mos in het gazon? Het is misschien wel normaal dat er na de winter wat meer mos in het gras zit. Mos begint gewoon al bij lagere temperaturen te groeien dan gras. Het krijgt dan even de kans en zeker wanneer gazon te kort gemaaid werd voor de winter of wanneer geen najaarsbemesting werd toegepast voor de winter. Als het gras ook gaat groeien, is het meestal snel afgelopen en zeker wanneer de juiste bemesting op dit moment wordt toegepast. En zeker als het heel erg is, moet je wat doen. Grijp niet meteen naar de eerste de beste mosbestrijdingsmiddelen, daarmee verhelp je dikwijls de oorzaak niet. Je kunt verschillende dingen doen: kalk strooien, beluchten (met een greep of een prikroller gaatjes in de grasmat prikken) of verticuteren. Dat laatste doe je met een verticuteerhark of -machine. Al het vuil en mos wordt ermee uit de grasmat gehaald. Na het verticuteren moet je best stikstofrijke mest strooien (nooit kalk en mest tegelijk!). Je zult zien dat je grasmat er een week later al heel wat beter uitziet. Ondertussen kan je mossen ook bestrijden met specifieke meststoffen en dit is makkelijker dan verticuteren.

Spitten. Als de structuur van de grond erg slecht is, kan er nu gespit worden. Dat geldt met name voor zandgrond. Als je kleigrond in je tuin hebt, had je die beter in het najaar kunnen spitten. Dan was de grond nu al veel beter bewerkbaar geweest. Maar je kunt proberen er nu nog veel organisch materiaal, zand e.d. doorheen te werken. Daar hebben je planten en jij dan later dit jaar veel plezier van.

De vijver : Maak de vijver schoon en controleer de beplanting. Waterlelies die in manden staan kunt u het beste onderin de mand voorzien van wat vette klei (Vijverpotgrond voor Waterlelies). Als het water warmer wordt zullen de vissen ook weer vaker om voer komen vragen. Voer ze nog wel met lichtverteerbaar voer. Ook zal, indien u een biologische filter heeft, dit langzaam weer gaan werken. De kikkers gaan eind april weer hun kikkerdril in de vijver leggen.

Het gazon : Het gras gaat nu ook weer groeien. U begint met het schoonmaken van het gazon. Doe dit met een bladhark. Als het gazon kale plekken heeft, dan kunt u, nadat u dat deel heeft losgemaakt en van compost voorzien, deze inzaaien (hiervoor bestaan speciale graszaden) en aanrollen. Indien nodig kunt u het gazon ook nog verticuteren. Maaien kan alleen in de hoge stand van de machine en als het gras zichtbaar er goed bij staat. Ook het bemesten van het gazon moet nu weer gaan gebeuren. Een bemesting inclusief mosbestrijding is erg nuttig.

Mei

Hagen knippen : Zeker een ligusterhaag moet nu nodig worden geknipt. De groei zit er al goed in en voor je het weet is de vorm eruit. Aanpakken dus die takken! Trouwens de meeste hagen kunnen nu voor de eerste keer dit jaar worden gesnoeid. Met coniferen kun je eventueel nog wat wachten. Coniferen moet je nooit kaal snoeien. Dat wil zeggen: snoei ze nooit tot achter het groen. Kale takken lopen niet meer uit. Een van de weinige uitzonderingen is de taxus. Die kun je wel kaal snoeien en die loopt daarna wel weer uit. Snoei bij een haag de vorm altijd zo dat het licht ook de onderste takken goed kan bereiken. Dan houd je een gesloten haag. Als de onderste takken te weinig licht krijgen, worden ze kaal. De beste vorm is daarom: van boven smaller dan onderaan. Snoei je met een elektrische heggenschaar, pas dan op dat je niet door het snoer heen snoeit. Een handsnoeischaar met gegolfde snijvlakken snoeit makkelijker dan een recht model. Het gegolfde model houdt de takken namelijk beter vast.

Allergie : Planten kunnen allergieën zoals hooikoorts veroorzaken. Bent u daar gevoelig voor houdt hier dan rekening mee met uw beplanting. Planten die veel stuifmeel voort brengen kunt u dan beter niet in uw tuin zetten. Veilig zijn o.a. Bergenia cordifolia (schoenlappersplant), Amelanchier lamarckii (krentenboompje), Viburnum tinus, Cercis siliquastrum (judasboom), Hebe, Weigela florida, Campanula en Delphinum.

Vaste planten opbinden : Veel vaste planten groeien hard door. Ze worden al lekker hoger. Het is verstandig – zeker op winderige plaatsen – de lange stengels van de hoge soorten te steunen. Doe dat met in hoogte verstelbare plantensteunen, met zogenaamd rijshout (takken met korte zijtakken waar de stengels steun van krijgen) of bamboestokken. De stokken moet je een beetje schuin in de groeirichting achter de planten in de grond steken. Bind de stengels er daarna losjes per stengel aan vast. Zo blijft de plantvorm veel natuurlijker. Als je de bamboestokken ook nog wat groen beitst zie je er bijna niets meer van. Dit systeem werkt veel mooier dan die stijve, bij elkaar gebonden stengelbossen die je zo vaak ziet.

Heesters snoeien : Heesters snoeien Je weet het: heesters die nu al uitgebloeid zijn kun je nu snoeien. De heesters die pas in de zomer of de herfst bloeien heb je al eerder gesnoeid als het goed is. Daar is het nu wat laat voor. Snoeien is nodig, zeker in een kleine tuin, om het formaat van de struiken een beetje redelijk te houden. Soorten als winterjasmijn (Jasminum nudiflorum), de forsythia en de ribes zijn nu dus aan de beurt. Kort ze zover in als je nodig lijkt, haal lastige takken weg en zorg dat het model van de planten mooi blijft.

Juni

Slakken : Zijn vaak niet gewenst in de tuin. Vooral als er jonge frisse groene plantjes staan kunnen ze die tot op de grond toe opeten, dit gebeurd vooral door de naaktslakken. De huisjesslakken eten de eieren van de naaktslakken. Verder eten egels, vogels en mollen slakken. Ga dus niet met het grootste vergif aan de gang tegen slakken, want ook de vogels e.d. krijgen dit dan binnen en gaan er vaak aan dood.(opgelet vele slakkenkorrels zijnzodanig gemaakt dat andere dieren de korrels laten liggen) Probeer het op een natuurvriendelijkere manier b.v. met behulp van schoteltjes bier, scherp grit, cacaodoppen o.i.d. Ook bepaalde sterk geurende kruiden schrikken de slakken af zoals salie en thijm. Ecostyle heeft slakkenkorrels die niet schadelijk zijn voor vogels. Tevens kunt U de slakken bestrijden met nematodiciden,dit middel werkt op basis van aaltjes, die in de slakken kruipen en deze opeten.

Voeding van de planten : De eenjarige tuinplanten die u vooral in de maand mei hebt gekocht en geplant zullen nu wel fraai in bloei staan. Om een lange bloei te garanderen moet u regelmatig de oude bloemen verwijderen. Ook voeding is van belang, zeker als het om eenjarigen in bakken gaat. Pas aangeplante planten moeten als het niet regent wel water krijgen. Geef in droge perioden om de paar dagen water met de gieter of de slang. Grond kan lelijk dicht slaan van de regen. Maak het daarom tussentijds eens los met een schrepel of ander gereedschap. Een andere oplossing (de beste) is potgrond kopen die niet dicht slempt. Snoeien

Hagen kunt u nu snoeien. Doe dit op een droge dag. Snoei coniferen zoals Chamaecyparis, Thuja en dergelijke vooral niet tot op het oude hout terug. Ze zullen dan niet goed meer uitlopen. Snoei de hagen van onder wat breder dan van boven, dat is beter voor het vangen van licht. Zelf snoei ik met de elektrische heggenschaar. Daarna loop ik de haag nog na met de snoeischaar om waar nodig na te snoeien. Het resultaat wordt er wel mooier van. Ook hagen van de beuk, Ligustrum of Taxus kunt u nu snoeien. Ze mogen gerust vrij kort worden gesnoeid. Bij alle bonte of gekleurde heesters moet u takken met groen blad verwijderen. Grondscheuten (wildopslag) bij alle geënte planten zoals rozen moet u verwijderen.

Juli

Rozen : Zijn een van de meest geliefde bloemen. Ze hebben wel een goede verzorging nodig. Zorg voor voldoende speciale rozenmest. Hierdoor groeien ze beter en zijn ze ook beter bestand tegen ziekten. Bij de doorbloeiende rozen kun je het beste de uitgebloeide bloemen eruit knippen. Knip dan terug tot een gezond 5-blad. Eenmaal bloeiende rozen kun je laten zitten, deze vormen bottels. Haal wilde scheuten (met 7 blaadjes, lange snel groeiende scheut) zo diep mogelijk weg. Laat je bij het kopen van een roos goed adviseren door een rozenkweker.

Onkruidbestrijding : Een van de meest tijdvretende werkjes is het telkens weer onkruid verwijderen. U kunt terras en tuinpaden vrij van onkruid houden door met een voegenkrabber of staalborstel het onkruid te verwijderen. Onkruiden kunnen ook op een ecolologisch verantwoorde manier besproeid worden maar daar kan je tuincentrum je ook weer goede raad geven.

Gazon : Maai het gazon elke week. Als het een droge en vaak ook warme periode is, dan beslist niet korter dan 4 cm maaien. Uw gazon zou anders veel schade ondervinden.

Insecten en ziektenbestrijding : Luizen en dergelijke kunt u heel aardig bestrijden met een harde waterstraal. Een zeer vervelend ongedierte is de slak. Ze vreten vooral tijdens de nacht aan uw zachtbladige planten zoals Hosta. U ziet het wel aan de gaten en aan de slijmsporen. U kunt ze op biologische manier bestrijden, daarom de volgende tips: Vang ze door te kijken onder potten en bakjes in de tuin, daar toeven ze om de dag door te komen. U kunt ze ook in de avond gemakkelijk vangen als ze op pad zijn. Andere methoden zijn het plaatsen van biervallen (schaaltjes met bier er in). Padden en egels in de tuin is ook prettig, want die lusten wel een slakje.

Augustus

Zaden oogsten : Het is nu tijd om regelmatig uw tuin door te lopen en zaden te oogsten. Laat ze drogen en bewaar ze op een koele en droge plaats. Maak de zaden schoon of zeef ze en bewaar ze in b.v. een papierenzakje en voorzie die van naam en datum van oogsten.

Gazon : U moet het bemesten langzaamaan gaan afbouwen. Maak het gazon elke week, maar alleen als het droog is. Het maaisel kunt u gerust laten liggen, maar u mag het ook opruimen. Als de grasmat niet meer zo mooi is, is dichtgeslibd of vervuild met onkruid of mos, dan kunt u de mat nog eens bewerken door te verticuteren. Ook een prikrol geeft een gunstig resultaat. Verwijder lastig onkruid zorgvuldig met een steker. Als u een nieuw gazon wilt inzaaien, dan wordt het nu tijd de grond er klaar voor te maken. Spit de grond om en verwijder alle stenen, stukjes glas en het onkruid. Zorg ervoor dat het oppervlak goed wordt geëgaliseerd, mooi vlak ligt dus. Zaai rond eind augustus het zaad, werk het een beetje in en voorkom dat vogels het wegvreten.

Snoeien : Voor sommige heesters en bomen is het goed om nu al (een deel) te snoeien. Dit komt omdat in augustus de wonden nog gemakkelijk dicht groeien en dat is gunstig voor de komende winterperiode. Schimmels kunnen nu ook veel minder snel de wonden infecteren. Buxus heeft vaak last van de buxusmijt. Deze mijt laat de van het jonge blad omkrullen. Snoei daarom de jonge pen af, vang het snoeisel op en doe het niet in de gft bak. Verwijder wildopslag van heesters of bomen ook tijdig. De coniferenhaag moet nu ook weer een snoeibeurt hebben. Snoei netjes en niet tot op het oude hout. Taxushagen kunnen nu ook weer worden gesnoeid. Taxus mag desnoods wel tot op het oude hout worden gesnoeid want die loopt wel weer uit. Insecten en ziektebestrijding

Rupsen kunnen aardig het blad wegvreten. Met een flink harde waterstraal kunt u ze redelijk en milieuvriendelijk verwijderen. Laat de vogels de rest doen. Schimmelziekten kunnen toeslaan, vooral met zwoel warm weer. Sproei daarom liever in de ochtend de tuin zodat de planten droog de nacht in gaan.

September

Spen met planten voeren : Alle tuinplanten (ook het gras) moeten zich zo langzamerhand gaan voorbereiden op de komende winter. De nu nog sappige scheuten en twijgen moeten uitrijpen om straks minder makkelijk te bevriezen. Voor die omschakeling is tijd nodig en die gaat nu in. Het punt is dat de meeste meststoffen stikstof bevatten en dat jaagt de groei juist op. Dat dus niet meer geven. Speciale meststoffen zonder stikstof kunnen nog wel. Zulke speciale herfstmest is er bijv. voor het gazon. Geef ook de kuipplanten geen voeding meer en geef ze in ieder geval minder water. Tegen het eind van de maand moeten de meest vorstgevoelige soorten op hun overwinteringsplek worden gezet. Maar wacht daarmee tot de eerste nachtvorst is aangekondigd. Kuipplanten worden n.l. vaak veel te vroeg binnen gezet. Bollen en knollen

Het kan vanaf nu tot in december. Plant de bollen en knollen van de vroege bloeiers (tulpen, hyacinten, sneeuwklokjes, krokussen, narcissen enz.) in groepjes op de plekken waar je ze wilt hebben. Liefst een beetje in de zon. Hoe diep iedere soort moet, staat op de verpakking. Het mooiste resultaat krijg je als je de bolletjes (en knolletjes, het verschil leggen we nog wel eens uit) in groepjes op de plek uitstrooit. Plant ze waar ze gevallen zijn. Eén ding: altijd met de groeineuzen (de puntjes die moeten uitlopen) naar boven! Wortels beneden.

Gazon : Het gras groeit nog volop door, dus je zult moeten blijven maaien. Voer het maaisel wel af. Het verteert nu minder goed en de kans dat het door het vele vocht gaat liggen schimmelen, is groot. Afgemaaid gras kan gewoon in de compostbak. In september moet u geen maaisel op het gazon laten liggen. Door de hogere luchtvochtigheid kan het leiden tot een natte pap die kan gaan rotten. U krijgt daardoor schimmel (rooddraad) in het gazon.

Snoeien : In september kunt u hagen zoals Taxus, Carpinus, x Cupressocyparis leylandii, nog een tweede keer snoeien. Let hierbij op de vorm, van onderen wat breder dan van boven. Snoei ook niet te kort op oud hout. Ook Carpinus betulus ofwel de haagbeuk of Ligustrum kunt u nog een keer snoeien. Buxus mag nog tot in begin oktober worden gesnoeid. Hoe later hoe minder ze nog zullen uitlopen.

Oktober

Laatste maal gras maaien : In oktober gaat u het gazon waarschijnlijk voor de laatste maal dit jaar maaien. Van belang is dat u niet te kort maait, stel de machine af op 4 tot 5 cm. U mag geen maaisel op het gazon laten liggen, het motto is alles netjes opruimen. Knip ook de gazonranden nog een keer. Oktober kan soms een natte maand zijn en dan is het niet verstandig op het gazon te lopen. Houdt ook eventuele mollen in de gaten, die kunnen het mooie gazon totaal ruineren.

De vijver : Blad dat in de vijver waait haalt u dagelijks er uit. Ook afgestorven plantendelen verwijderen. Waterlelies die in ondiepe vijvers staan, ca. 50 cm. moet u of naar het diepere deel zetten of uit de vijver halen. De knollen kunnen droog in turfmolm op een koele plaats overwinteren. Tropische drijvende waterplanten haalt u naar binnen en overwinter ze in een schaal water in een warme kamer.

Het kan nu behoorlijk stormen. Reken deze maand maar op slecht weer. De wind kan flink tekeer gaan, dus zorg dat planten die los kunnen waaien goed zijn aangebonden. Takken kunnen afbreken (netjes bijsnoeien), hoge herfstbloeiende vaste planten kunnen omwaaien (aan stokken aanbinden). Ook de eenjarige planten worden flink door elkaar geslagen, vooral de hogere soorten. Haal bij goudsbloemen en leeuwenbekjes de uitgebloeide bloemen weg, dan bloeien ze zelfs in oktober nog door. De dahlia’s geven het pas op als het gaat vriezen, bloemen en bladeren worden dan zwart. Een tip: snij snel de open dahliabloemen die nog goed zijn af en zet ze op de vaas. Dan heb je er nog een tijdje plezier van. Het werkt alleen met vol bloeiende bloemen, dahliabloemen die half open worden gesneden, verleppen meteen. Bind losgewaaide scheuten van klimplanten opnieuw vast.

Sierheesters planten : De bladverliezende heesters gaan nu in winterrust en dat is de ideale periode om ze te planten en te verplanten. Dat geldt zeker voor planten die met zogenaamde ‘kale wortels’ (niet in pot met kluit gekweekt) worden geleverd. In pot gekweekte planten kunnen het hele jaar door de grond in (als het tenminste niet vriest, erg droog of erg nat is). Maak steeds een ruim plantgat, verbeter de grond met veel organisch materiaal (compost, potgrond etc.) en meng er wat beendermeel doorheen. Plant steeds zo diep als de plant ook eerder stond (te zien aan de verkleuring onderaan de stam of grondtakken). Schud tijdens het inplanten de in het gat teruggebrachte grond goed tussen de wortels (de plant een beetje op en neer schudden), trap de grond daarna stevig aan en geef royaal water.

November

Beschermen tegen vorst en vocht. Sommige tuinplanten kunnen slecht tegen kou of erger vorst. Ook zijn er tuinplanten die een te vochtige omgeving in de winter niet overleven. Goed afdekmateriaal is stro, dennentakken, blad of bladriet. Ook jute of eventueel gaatjesfolie is bruikbaar. Geen zwart folie gebruiken.

Meubilair. Tuinmeubilair goed schoonmaken en binnen opbergen. Indien nodig laat ze nu repareren, wacht niet tot de mooie dagen in het voorjaar. Teakhouten meubels mogen ook buiten blijven. Na de vorst kunt u ze met een sopje en een borstel schoonmaken. U kunt ze beter niet met een hogedrukspuit bewerken omdat hierdoor de poriën van het hout kunnen beschadigen. Kunststof meubels mogen niet buiten in kou en vorst blijven staan. Gekleurde meubels kunnen door de zon verkleuren. Rotanmeubels moeten goed schoon en droog worden gemaakt. Daarna eventueel bijwerken en losse delen vastzetten. Dan droog opbergen.

herfstblad regelmatig van het gazon halen. Hark afgevallen blad regelmatig van de grasmat (met een draad- of bladhark met van die verende tanden). Het gras kan eronder verstikken als het blad er te lang op blijft liggen. Dan grijpen ook schimmels en ziektes hun kans. Slecht voor je grasveld! Verzamel het blad in plastic vuilniszakken. Bind die dicht als ze goed vol zijn en zet ze ergens neer waar je ze een jaartje kunt vergeten. Het blad composteert in de zakken. Na dat jaar heb je de mooiste bladaarde die je je maar kunt denken.

Dood hout weghalen. In bomen en heesters zit na een heel groeiseizoen meestal wel dood hout (dode takken). Bij bladverliezende soorten kun je die nu mooi zien zitten. Haal ze eruit (netjes wegsnoeien), dat scheelt weer schimmelaantastingen.

December

Afdekken. Nog een tip voor diegenen die aan afdekwoede lijden. De essentie van afdekken is het aanbrengen van een luchtige laag boven de planten. Voor sommige planten kunt u strorijke oude mest gebruiken of eventueel compost of blad. Met dennentakken e.d. kunt u vaste planten prima afdekken, maar ook noppenfolie of speciaal afdekvlies kan goede diensten bewijzen. Bedenk wel dat u alleen moet afdekken als het vriest en niet als het een bijna lenteachtige winter(dag) is. Ga uw planten ook niet bedelven onder een dikke laag turfmolm of tuinturf, dat is niet goed voor de planten, dan maar geen nette tuin.

Oudere hagen terugsnoeien. Bladverliezende hagen (dus niet: coniferenhagen) die de maat die je wilt al hebben bereikt, worden ondanks de snoei in de zomer ieder jaar en paar centimeter groter en breder. Als je daar wat aan wilt doen, kun je zo’n haag eens in de vijf jaar zo’n 20 tot 30 cm terugsnoeien. Dat kun je in deze periode doen als het zacht weer is – het mag niet vriezen – anders wachten tot het vroege voorjaar. Vaak moeten er bij zo’n klus flinke takken worden gesnoeid. Zonder takkenschaar (met van die lange handvatten) of snoeizaag kom je dan niet ver.

Sneeuw. Hierboven noemde ik sneeuw als warme deken, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Het beste is droge poedersneeuw. Dat bevat tot 80% ingesloten lucht en heeft dus een enorme isolerende waarde. Dat is heel anders bij plakkende natte sneeuw of harde sneeuw die ontstaat door herhaaldelijk opdooien en weer bevriezen. Zo’n harde sneeuwkorst laat geen lucht door en isoleert nauwelijks. Alles wat eronder zit kan dan verstikken. Ook moet je sneeuw weghalen bij planten waarvan de takken onder het gewicht van een sneeuwvracht uitbuigen. Bij een spar met neerhangende takken is dat geen probleem, maar bijvoorbeeld bij een jeneverbes of taxus met opgaande takken wel. Die kunnen definitief een lelijke stand aannemen of zelfs afbreken als je er niets tegen doet. Dat geldt trouwens niet alleen voor die coniferen. Ook bepaalde heesters, zoals rododendrons, kunnen last hebben van zo’n sneeuwlaag.

 

CONTACTEER ONS